Onze Chair biedt de beste voorwaarden voor ergonomisch zitten. Om ervoor te zorgen dat je er echt ergonomisch correct op zit, moet je hem een keer aan je lichaam aanpassen.
1. Zithoogte: Begin met de zithoogte. Ga rechtop op de stoel zitten. Zorg ervoor dat je voeten de vloer raken. Stel nu de zithoogte zo in dat je dijen en knieën een hoek van ongeveer 90° vormen. Je bekken moet iets hoger zijn dan je knieën, zodat je dijen een licht schuine lijn vormen. Deze houding voorkomt dat je bekken naar achteren kantelt. Dit geeft je wervelkolom voldoende bewegingsvrijheid.
2. Zitdiepte: Gebruik je dijbeen om de juiste zitdiepte voor jou te vinden. Ga rechtop zitten en leun met je onderrug tegen de rugleuning. In deze positie moet er ongeveer een handbreedte ruimte zijn tussen de achterkant van je knie en de voorste rand van de stoel. Stel de zitdiepte in op jouw persoonlijke comfortniveau. Zorg er wel voor dat je voldoende ruimte hebt tussen je benen en de achterkant van je knieën.
3. Armleuningen: De positie van de armsteunen wordt bepaald door de lengte van je bovenarmen. Plaats je onderarmen op de rugleuningen en stel de hoogte zo in dat je bovenarmen een hoek van ten minste 90° vormen met je onderarmen. Zorg ervoor dat de armleuningen niet te hoog zijn ingesteld. Anders worden je schouders omhoog geduwd, wat tot spanning kan leiden. Als ze te laag zijn ingesteld, zal het positieve effect van de schouderontlasting niet worden gevoeld. Let daarom ook hier op je persoonlijke comfortniveau.
4. Rugleuning: In principe moet de rugleuning zo worden ingesteld dat hij je comfortabel ondersteunt als je rechtop op de stoel zit. Dit betekent echter niet dat het niet mag meegeven wanneer je ertegen leunt. Let op je comfort. Als algemene regel geldt dat je niet bang moet zijn om tijdens je werkdag te bewegen - dit geldt ook voor het heen en weer leunen van je bovenlichaam.
5. Lendensteun: Stel de lendensteun zo af dat deze ongeveer op heuphoogte komt. De ondersteuning volgt de natuurlijke kromming van een wervelkolom en helpt je spieren te ontlasten.
6. Weerstand van de rugleuning: Stel tenslotte de weerstand van de rugleuning in. Of je meer of minder weerstand nodig hebt, hangt onder meer af van je lichaamsgewicht. Let ook hier op je persoonlijke gevoel van comfort. Je mag niet het gevoel hebben dat je achterover helt of kracht moet gebruiken om achterover te leunen.
Het kan zijn dat je na een tijdje de behoefte voelt om de instellingen opnieuw aan te passen. Dit is niet bijzonder ongebruikelijk, want lang zitten is geen onbeduidende belasting voor ons lichaam. Zorg er daarom voor dat je regelmatig pauzes neemt waarin je het zitten onderbreekt en overschakelt naar staan of andere vormen van beweging.